Op een keer
stond ik
met mijn fiets
voor het voetveer
van Woudrichem
nu schaterlach ik
steeds meer
bij de oversteek
terwijl ik afrem
het kost geen
kapitalen
maar die eerste keer
zag ik op een
houten bordje
op de pont
wat er opstond
“heen motte
betale
en weer weer”