De bomen verraden
het kleine zuchtje wind
ik lees met verwondering
vol nieuwsgierig ontzag
hun pallet vol kleuren groen
in een prentenboek
zonder taal of woorden
als een begenadigd kind
bladerend in betovering
kijk ik genietend rond
probeer mij te ontdoen
van zoveel geluiden
laat ik de morgen
onderdeel worden van
een schilderachtige dag
inschikkelijk nemen
ze hun plaats in en
geven elkaar ruimte
waarborgen mij de adem
zo voel ik mij verwant
bij hun die eigen plek
door de aarde gekregen
verstrengeld met elkaar
geworteld in verbondenheid
word ik bewust dat
het geritsel praten is
terwijl de stammen
wijsheid zwijgen
gastvrij bieden ze mij
onderdak bij regen
wat lijken bomen
toch op mensen
ieder in hun eigenheid