Het daglicht sterft langzaam weg
we ruilen het in voor kaarslicht
we verzoenen
ons met de
tegenstellingen
in ons
en smeden
ze om tot
eenheid
(mijn dagen in het klooster 7)
Zal de dood
het grootste verlies
zijn dat wij zo vaak in
wanhoop zijn gedreven
of
is deze leemte en pijn
dat grote gemis
juist wat in ons sterft
terwijl we leven